twee kapitale stukken voor den prins van Oranje en burgemeesteren van Leiden. Burgemeesteren schonken hem voor het hunne, Scipio Africanus, zich zelven beheerschende voorstellende, behalve de koopsom f 1500, voor transport-kosten f 150 en een gouden medaille, ter waarde van f 100.
Omstreeks denzelfden tijd schilderde hij voor burgemeesterskamer, op het voormalig stadhuis te Amsterdam, (thans de groote zaal van het Paleis) Fabius Maximus, als afgezant te Rome tot den Burgemeester Suesso, zijn zoon, gezonden, als ook de zinnebeelden der Geregtigheid en Voorzigtigheid.
Tot de portretten van aanzienlijke mannen door Lievens geschilderd, behooren die van den Admiraal de Ruiter, Cornelis Tromp, Joost van den Vondel. Een der schoonste portretten van zijn penseel is waarschijnlijk dat van Nicolao L'anier, in aula Serenissimi Caroli Magnae Brittanniae Regis Musices Artis Director admodum insignis Pictor, etc., door L. Vorsterman voortreffelijk gegraveerd in fol., M. van Enden exc. Volgens Kramm was het uitmuntendste kabinetstuk, dat van hem bekend is, te Saltzthalen (1776) voorstellende het oogenblik, waarop Abraham met zijn zoon Izaäk, dien hij omarmt, vol dankbaarheid en vreugde, na de offerhande voor God nederknielde. Het coloriet en de uitdrukking maken de onvergelijkelijke schoonheid van dit kunststuk uit. Ook in het Museum te Berlijn, in de Galerij te Dresden, in de Pinacotheek te Munchen, te Weenen en te Londen zijn schilderijen van hem. Volgens Burtin is de hoogste prijs, die zijne stukken opbragten, 9000 francs. Zijne teekeningen brengen ook goede prijzen op. Op de verkooping van Verstolk van Soelen, Amst. 1847, goldt het portret van Johan Uytenbogaart, zwart krijt, f 320, dat van Jacques Matham f 300, dat van Jacob van Kampen f 42.
Lievens muntte ook uit als graveur, zoo met de etsnaald als het burin. Zijne prenten worden opgegeven door Gersaint, in het vervolg van den Catalogus van Rembrants prenten, en door P. Yver in Supplement op dien catalogus. Adam Bartsch beschreef alle zijne portretten, die uit 66 bestaan. Le Blanc noemt er slechts 13, Nayler vermeldt er 39. Ook beoefende hij de houtsneê-kunst. Zijne houtsneden zijn hoogst zeldzaam, Kramm noemt er eenige op. Hij huwde te Antwerpen eene dochter van den vermaarden beeldhouwer Michiel Colijns. In 1661 hield hij zich te 's Hage op, en was aldaar lid van de Kamer van Pictura. Hij stierf in 1663 te Antwerpen. Zijn portret is door Antony van Dijk geschilderd, en door Vorsterman in het koper gebragt.
Zie Houbraken, Jacob Campo Weijerman, v. Eynden en v.d. Willigen, Kok, Wagenaar, Beschr. van Amst. D VII. bl. 45, 53, 65. F. van Mieris, Beschr. van Leijd. bl. 375; Immerzeel,