Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 11
(1865)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 431]
| |
Livin N. en Clara van der Beke, werd omstreeks 1546 te Dendermonde geboren. Hij noemde zich echter gewoonlijk Gandensis, wijl bij van een Gentsch geslacht was, en in deze stad zijn eerste opvoeding heeft genoten. Toen hij er den geschikten leeftijd toe bereikt had, zond hem zijn moederlijke oom Levinus van de Beke of Laevinus Torrentius naar Keulen, om zich in de letteren te oefenen. Vervolgens studeerde hij te Leuven in de godgeleerdheid, en verkreeg door zijn oom te Luik, waar deze aartsdeken was, eene prebende. Lievens hield zich gedurende zijn verblijf te Leuven, waar hij zich nog in 1575 bevond, bezig met het beoefenen der oude letterkunde en vooral met de lezing der geschiedschrijvers, van welke hij nieuwe uitgaven gereed maakte, ook sloot hij vriendschap met twee geestverwante geleerden, vooral met Willem Canterus en den Jesuit Andreas Schot. Hij hield zich met den eerstgemelde bezig met het nazien en vergelijken van eenige handschriften van de overzetting der Zeventigen, en hunne opmerkingen waren zeer nuttig voor het Grieksche deel van den Polyglot van Plantinus. Hij reisde vervolgens naar Rome, waarschijnlijk in gezelschap van zijn oom, die dikwerf voor kerkelijke zaken derwaarts moest gaan. Hier maakte hij kennis met de geleerdste mannen, die zich aldaar bevonden en hield hij zich bezig met het uittrekken, nazien en collationeren van Grieksche handschriften, zoo in de Vaticaansche bibliotheek als elders. Hij hielp de geleerde kardinalen Willem Sirlet en Antonius Carafa aan hunnen arbeid over de Septuaginta, die in 1587 verscheen. Toen Torrentius bisschop van Antwerpen was geworden, riep hij zijn neef derwaarts en benoemde hem tot zanger en kanonnik zijner cathedrale. Lievens zette er zijne studien voort, tot dat eene beroerte hem den 13den Januarij 1599 in den ouderdom van 51 jaren wegnam. Hij liet eene belangrijke bibliotheek na, die voor een kleine som door de Jesuiten gekocht werd. Men heeft van hem: D. Gregorii, Nysseni Artistitis liber de virginitate, nunc primum editus Graecè et Latinè, ex interpretatione et cum notis Joannes Livineii, Antw. 1574, 4o. Lievens had voor deze uitgaaf gebruik gemaakt van een handschrift uit het vatikaan en een ander hem door Arnold Birckmann, boekdrukker te Keulen, geleend. Zijne noten en een deel zijner overzetting zijn opgenomen in de uitgaaf der Opera Gregorii Nysseni door P. Fronton du Duc, te Parijs bij Nivelle, 1615-1618 en Ibid. Aegid. Morellus 1638, fol. T. III in fine p. 51-59. D. Joannes Chrysostomi liber de virginitate nunc primum editus Graecè et Latinè, ex interpretatione et cum notis Joannis Livineii, Antv. 1575, 4o., ook in den Chrysostomus van P. Fronton du Duc, Paris. Sebast. Cramoysy en | |
[pagina 432]
| |
Ant. Stephanus, 1621, fol. T. IV. p. 30-37, 311-402. Panegyrici veteres, ad antiquam quà editionem, quà scripturam, Infinitis locis emendati, aucti. Johannes Levineius Belga, Gandensis, recensebat, ac notis illustrabat, Antverp. 1599. 8o. B. Theodori Studitae, Abbatis et Confessoris, Sermones catechetici CXXXIV, in anni totius festa, ejusdemque Testamentum, de Graecis Latini facti, ac notis illustrati, a Joanne Levineïo Belga, canonico Antverp., nunc primum editi. Accesserunt Homiliae S. Eucherii, falso hactenus Eusebio Emisseno attributae, Antv. 1602. 12o. Andronici Imp. C Polit. Disput. cum Judaeis, gedrukt met de overzetting van Levineïus, in het supplement der Lectiones antiquae, uitgegeven door Petrus Savart, Ingolstad typis Ederianis, 1616. 4o. p. 263-405. Zijn dood belette hem in de uitgaaf van de Epistolae Joh. Chrysostomi, de Tragoediae Euripidis, de Dipnosophistae van Athenaeus en andere Grieksche werken.
Zie Jac. Aug. Thuanus, Hist. lib. 122 in fine; Miraei, Elog. Belg. p. 162, 163; Dav. Lindani, Teneram. lib. III. c. 8, p. 110, 111, edit. 1708. fol. Sweertius, Ath. Belg. p. 444, 445; Mon. Sepulc. p. 64, 65; Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 527; Foppens, Bibl. Belg. p. 983 Biogr. Univ. c.v. Paquot, Mém. pour servir à l'Hist. Litt. des Pays-bas, T. I. p. 350. |
|