[Willem van Liere]
LIERE (Willem van), heer van Oosterwijk, zoon van Emmery van Liere en Maria van Bourgogne, vrouwe van Beerland, werd in 1588 geboren. Zijn vader was een der tien heeren, die zich het meest tegen den tienden penning verzetten. Willem werd in 1626 raad in den hove van Holland, doch ontving reeds in 1627 zijn ontslag, wijl hij tot ambassadeur te Venetië was gekozen, om bij die republiek op de stipte voldoening der verbindtenissen aan te dringen.
In 1656 werd hij, in plaats van Adriaan Pauw, naar Parijs gezonden. Gewigtig was zijne last, veelvuldig de deelen zijner instructie, doch hij volbragt dien. Later erlangde hij veel hulp van Johan de Knuyt, bij het sluiten van het verdrag tot onderstand in 1639. In 1643 vernieuwde hij het. In 1649 nam hij zijn ontslag, en stierf den 8sten Sept. van dat jaar op het huis te Canderverts. Hij huwde 1. Maria van Leefdael. 2. Agatha van Zuylen van Nyeveld. Bij de laatste won hij Willem van Liere, heer van Oosterwijk en Katwijk, gehuwd met Maria van Reigersbergh. Zijn portret, naar P. Moreelse, door J.F.C. Reck gegraveerd, is in een der laatst verschenen afleveringen van Arend's Gesch. des Vad., voor het eerst uitgegeven. Zijn geslacht is in 1735 uitgestorven.
Zie te Water, Verb. en Smeekschr. der Edel. D. IV. bl. 206. Scheltema, Staatk. Ned. D. II. bl. 34. Pars, Katw. Oudh. bl. 155. Chron. van het Hist. Gen. D. IX. bl. 360, 361. J.C. de Jonge, Ned. en Ven. bl.