[Abraham Lens]
LENS (Abraham), zoon van Clement Lens en van Geertruida Blussé, werd in 1777 te Amsterdam geboren, ontving zijne eerste opleiding te Dordrecht, onder de leiding van zijn grootvader, Abraham Blussé, bezocht aldaar de Latijnsche school, werd den 10den September 1794 te Leijden als student ingeschreven, legde zich vooral op de Bijbelsche uitlegkunde toe, en werd een der beste leerlingen van van Voorst en van der Palm. Na voleindigde studie werd hij in 1802 predikant te Noordwijkerhout, in 1804 te Voorhout, in 1806 te Beetsterzwaag, in 1809 te Leeuwarden, in 1814 te Dordrecht en van 1816-1844 te 's Hage. In het laatstgemelde jaar nam hij zijne rust, overleed den 19den Augustus 1848 te Beek bij Nijmegen, en werd te Eikenduinen begraven.
Lens was een uitstekend kanselredenaar, gedurende vele jaren secretaris van de Commissie voor de zaken der Protestantsche Kerk in Neêrlandsch Oost- en West-Indië, sedert 1838 medebestuurder van het Haagsch Genootschap ter verdediging van de Christelijke Godsdienst, sedert 1842 ridder van de Leeuwen-orde en sedert 1826 lid der Maatschappij van Ned. Letterkunde.
Zie Boekz. der Gel. Wer. Oct. 1848, bl. 467-470; Handel. der Jaarl. Verg. der Maatsch. van Ned. Lett. te Leijd. 1849; Schotel, Ill. School.