[Cynthia Lenige]
LENIGE (Cynthia), dochter van Dirk Lenige, koopman te Makkum, werd den 6den November 1755 te Makkum geboren, en stierf aldaar, in den ouderdom van nog geen 25 jaren, den 3den October 1780. Zij was eene bevallige dichteres, blijkens hare Mengeldichten, door den Enkhuizer dichter J. de Jongh, de Jonge, den Amsterdamschen J. Jordens en den Harlinger J.A. Backer in 1782 in het licht gegeven, met eene opdragt van den laatste Aan de Vaderlandsche Jufferschap, waarin hij haar portret afmaalt. Indien zij langer geleefd had, ware zij eene waardige mededingster geworden van de baronesse de Lannoy. Haar dichtkunst heeft van van Merken, aan kracht van schildering ontbreekt het haar niet.
Zie Witsen Geijsbeek, B.A.C. Woord. D. IV. bl. 181; van der Aa, N.B.A.C. Woord. D. II. bl. 358; Siegenbeek, Bekn. Gesch. der Ned. Lett. bl. 274, 275; J. de Vries, Proeven eener Gesch. der Ned. Dichtk. D. II. bl. 269; Friesche Volks-Alm. 1857. bl. 78; Cat. de Lange van Wijngaerden, bl. 94; Cat. van der Aa, bl. 114; Kok, Nieuwenhuis, Woord. der Zamenl. Brandt Maas, Levensschetsen van Vriesche mannen en vrouwen, 1830.