[J. van Leeuwen]
LEEUWEN (J. van) te Rotterdam, diende Czaar Peter I als hofmeester. Toen de Czaar te Rotterdam kwam, erkende hij zijnen voormaligen hofmeester, omhelsde en kuste hem, en zeide: ‘mijn oude vriend! Gij zijt mijn hofmeester geweest.’ Des anderen daags bezocht Peter hem aan zijn huis, bleef er zeer lang en noodigde van Leeuwen op een feestelijken maaltijd, welke des avonds gehouden werd; ook des anderen daags overlaadde hij hem met beleefdheden, en beschonk hem met twaalf zilveren medailles, op verschillende voorvallen ter zijner eere geslagen. Een brief, over deze ontmoeting door J. van Leeuwen aan zijn zoon, dvokaat voor den Hove van Holland te 's Hage, geschreven