Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 11
(1865)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 188]
| |
gens Balkema en Nagler in 1619, volgens Bryan Stanley in 1609, en volgens Kramm in 1590 of 1595 te Haarlem geboren. Hij was, gelijk zijn vader, schilder en graveur. De schilderkunst leerde hij van Jan Pinas, wiens trant hij volgde, en de graveerkunst waarschijnlijk van Saenredam. Heller meldt dat hij gedrukte prenten in kleuren heeft gemaakt, zoo als Petrus uit de gevangenis verlost; de Marteldood van Petrus; de barmhartige Samaritaan en een landschap naar zijne eigene teekening. Hij heeft ook eenige platen gesneden voor Thibault, l'Académie de l'Epée etc., in groot atlas formaat. Zijn sterfjaar is onzeker. Heller meent dat hij tusschen 1602 en 1648 werkzaam was.
Zie Immerzeel, Lev. en Werk. der Holl. en Vl. Kunstsch., D. II. bl. 160; Kramm, Lev. en Werk. der Holl. en Vl. Kunstsch., D. III. bl. 954. |
|