hertrouwde hij 11 Sept. 1635, met Zoetje Schoutens, weduwe van Jaques Roze. Hij overleed 6 October.
Zijn portret is in 1653 door Mattham gegraveerd in fol. met het onderschrift:
Jodocus Larenus, Ecclesiae Vlissinganae Minister ac S. Codicum illustrissimorum Ordinum Belgicorum auctoritate delectus interpres, en een Latijnsch vers van Jac. Schildius.
Hij schreef:
Examen ad Cap. IX, Epist. ad Romanos.
Responsio ad analysin Jacob Arminii in IX Cap. ad Romanos, Mediob. 1616. 8o.
Epistola ad rev. et clariss. Virum Gulielm. Apollonii contra Calumnias libelli famosi, cui nomen Grallae, Ibid. 1646. 8o.
Responsio ad Grallarum Authoris Anonymi Bombomachiam Vlissinganam, Ibid. 1647. 8o.
Responsio ad libellum cui titulu Grallator furens, Ibid. 1648.
Data Pensa trahamus, seu ad colum Flissinganum Responsio, Ibid. 1649. 8o.
Pleias in Caput 12 Isaiae, Roter. 1651. 8o.
Tuba Tsephaniae, Ibid. 1653. 8o.
De Melchisedeco Disputatio, 8o.
Vroeghpredicatie, gepredickt binnen Vlissingen den 30sten Aug. 1648 over Hozea IV:15, ter occasie dat het volck uyt vermaeck met zulcken menigte liep na de afgodische steden om haren ommegangh en afgoderye te besichtigen, Vliss. bij A. van Laren, 1669. 4o.
Twee en vijftig Predicatiën over bysondere texten der H.S., Vliss. 1657. A. van Laren, 1670. 4o. met portr.
Korte en bondige verklaring van den 16 Psalm, Ibid. 1669. 8o.
Spieghel voor het vereenigde Nederlant, Ibid. 1669. 4o.
Het beloofde zaedt der vrouwe, vermorselende den kop van de oude Slange, Ibid. 1669. 4o.
Historie van de Hovelings zoon, 4o.
In de Bibl. der Maatsch. van Ned. Letterk. te Leyden, vindt men een handschrift, getiteld: Predicatiën over versch. texten, openbaarlyck gepredikt in de gemeynte die Christo Jesu vergadert wert op den Hoeck. Door Jodocum Larenum, 1650. Waarschijnlijk bediende hij in het genoemde jaar de gemeente van den Hoeck bij lening, gelijk zijn vader, predikant te Arnemuiden, in 1605, op last der classis, de gemeente in Sluis heeft gedaan.
Zie la Rue, Gel. Zeel. bl. 141; Vrolykhert, Vliss. Kerkh. bl. 96; Kist en Royaards, Arch. voor Kerk. Gesch. inzonderh. voor Ned. D. V. bl. 120, 149, D. IX. bl. 326; Hinlopen, Hist. van de Ned. Overz. Bezitt. bl. 70; Brandt, Hist. der Ref. D. III. bl. 53; Ypey en Dermout, Gesch. der Ned. Herv. Kerk, D. II. bl. 365; Ned. Arch. voor Kerk. Gesch. D. IX. bl. 54, 55; Cat. der Bibl. der Rem. te Amst. bl. 87; Cat. der Bibl. van de Maatsch.