Hij hield zich niet slechts met werken uit het krijgswezen geput bezig, maar beoefende ook de wis- en sterrekunde, blijkens zijn werk La verdadera longitud por mar y tierra demonstrada y dedicade à Su Magestad Catholica Philippo IV, 1644 in 12o., ook in het Latijn (De verâ longitudine, Antv. 1644) in het licht gegeven. De beroemde Italiaansche wiskundige Riccioli, met wien onze Michaël in briefwisseling was, prees dit werk zeer en bepaalde, door diens uitvinding, dat men de parallaxis der zon veel moest verminderen, en gaf den naam van van Langeren aan een der aanmerkelijkste vlakten van de maan, de westelijkste van allen, en de laatste, die verduisterd wordt. Hij gaf, door naauwkeurige waarnemingen, de afbeelding der volle maan uit, in een plaatwerk, getiteld: Selenographia Langreniana, sive lumine austriacae Philippica, Brux. 1645. Mogelijk is het hetzelfde met het Planisphaerium Lunae, door hem, volgens Foppens, aan den aartshertog Leopold, die echter eerst in 1647 gouverneur der Spaansche Nederlanden werd, opgedragen. Leopold wilde hem, spottenderwijze, gouverneur maken van al de ontdekte maanlanden, waarin van Langeren bewilligde, mits men hem reisgeld gaf. Ten gevolge dier afbeelding, stelde hij zich voor nog een dertigtal maankaarten, door hem zelven in het koper gebragt, te doen drukken. In den atlas van Joannes Janssonius te Amsterdam (welke firma stellig van 1636-1658 kaarten uitgaf,) vindt en ten minste drie kaarten van zijne hand, als die van prima pars Brabantiae, cujus caput Lovanium, auctore M.F. à Langren, Hisp. Regis, Mathematico; secunda pars Brabantiae, cujus
urbs primaria Antverpia ex architypo M.F. à L.; Regia Maj. Mathematico (ci). Bij Mr. Bodel Nijenhuis berust Tertia pars. Brabantiae, qua continctur Marchionatus S.R. Imp. Deze uitdrukkingen anctore, descriptore en ex ejus architypo bewijzen, dat hij dezelve ontworpen had. Het is echter twijfelachtig of de gravures van zijne hand zijn.
In den jare 1661 kwam te Brussel, in quarto, van zijne hand uit: Bewys van de allerbequaamste en profytelykste inventie om de onovertreffelyke en vermaerde koopstad van Antwerpen te verlossen van de pestige en ongesonde locht, komende uyt de vuyle, verrotte en stinkende royen (rues, straten). Aan zijne werkzame zucht om zijne kunde tot nut en voordeel der Nederlanden aan te wenden, is ook dienstbaar zijn geschrift over de haven van Oostende, getiteld: Brieve description de la ville et havre d'Oostende et de ce que Michaël Florencio van Langren, Cosm. et Math. de S.M. a représenté dès l'an 1627 pour rendre la dite ville plus forte, et le havre plus commode, pour y pouvoir loger les navires allans sur mer, etc.; veue et approuvée par S. Ex. D. Franc. de Mello etc. Brux. 1659, 8o. pag. in fol., waarin hij deels