[Dirk Janssen Kortenbosch]
KORTENBOSCH (Dirk Janssen). Ofschoon de Doopsgezinden Willem I niet met de wapenen mogten bijstaan, verschaften zij hem echter aanmerkelijke sommen voor zijne ondernemingen. Zulks deed o.a. Pieter Willemse Boogaart, leeraar bij de Waterlandsche Gemeente, weleer uit Monnikendam verjaagd en naar Embden gevlugt, met wien de prins in briefwisseling was. Deze verzamelde f 1060, en bragt die in 1570 met Dirk Janssen Kortenbosch naar den prins, toen deze met zijn leger te Hellenrade bij Roermond lag. Bij het ontvangen dier gift verzocht hij den prins ‘die kleine vereering van zijne dienaren in dank te willen aannemen, welker genegenheid grooter was dan de gave en die nooit het wedergeven daarvan begeerden.’ De prins vroeg: ‘wat zij dan van hem wenschten te ontvangen?’ ‘Niets anders,’ antwoordde Boogaerd, ‘dan uwe vriendschap, zoo God U namaals de regering der Nederlanden in handen mogt stellen.’ Daarop zeide de prins: ‘dat hij genegendheid tot alle menschen had, ook tot hen, die mede verdreven waren.’
Zie Beaufort, Leven van Willem I, D. II. bl. 194, 195.