[Philippus Koëller]
KOËLLER (Philippus) werd in 1644 predikant te Oudega, Nijega en Opeinde, van waar hij in 1647 vertrok naar Akkrum en ter Horne, waar hij omstreeks Julij 1691 overleed. Hij was een der assessoren van de groote kerkvergadering in 1672 te Leeuwarden, bij den bedroevenden toestand van het land in dat jaar door de predikanten gehouden, om eenige punten op te stellen en mede te deelen aan de Staten en te verzoeken daarop ‘heilzame resolutie’ te nemen.
Omtrent den letterkundigen arbeid van Koëller zegt onze berigtgever Engelsma het volgende: ‘Hij heeft in het licht gegeven Pietas Regia, Pietas Orthodoxa, geapprobeert om gedrukt te worden den 7den Augustus 1650: ook Vindicatio dignitatis S.S. Ministerii,, geapprobeert den 2den September 1652: was ook een goed poëet, als blijkt uit een:
Grondgedigt over den inhoud van het boek Rippertus Sixti, Troostr. Fontein; hij maakte ook een Latijnsch vers op de uitgave van S. Bruinsveld, Levende Christen in een Dode Wereld; nog gaf hij in 1671 in 't licht driederhande dagelijksche Huisgebeden, 12o, enz.’
Bovengenoemd werk verscheen ook in het Hollandsch onder den titel: