[Johan Koenraad de Kock]
KOCK (Johan Koenraad de), geboren te Heusden, was aldaar advokaat en van 1786 tot September 1787 pensionaris van Wijk bij Duurstede, welke stad te dier tijde zoo zeer voor de volkszaak, vooral onder de Kock's leiding, geijverd had. Dien ten gevolge, bij de omkeering van zaken, het land uitgeweken, woonde hij sedert te Passy, en werd den 24sten Maart 1794, op last van Robespierre geguillottineerd, als beschuldigd van deelgenomen te hebben aan eene zamenzwering tegen het bewind in Frankrijk, en zijn huis geleend te hebben tot het houden van bijeenkomsten, waarop, bij het aanrigten van vrolijke maaltijden, plannen werden gesmeed ten verderve van het toenmalig regerings-bestuur. Zijne misdaad bestond evenwel daarin, dat hij zich openlijk had durven verzetten tegen het schrikbewind van Robespierre. Hij was gehuwd met Petronella Merkus. Zijne beide zonen volgen.
Zie Vaderl. Hist. ten verv. op Wagenaar, D. XXVII. bl. 123, 124, alwaar zijn naam verkeerdelijk Kok gespeld wordt; uit medegedeelde berigten aangevuld.