[Henriette Geertruida Knip]
KNIP (Henriette Geertruida), zuster van den voorgaande, werd den 19den Julij 1783 te Tilburg geboren, en oefende zich aanvankelijk onder de leiding van haren vader op het bloemschilderen; naderhand op haar negentiende jaar naar Parijs vertrokken, genoot zij het onderwijs van den beroemden bloemschilder G. van Spaandonck, van wiens onderrigt zij een uitmuntend gebruik maakte, en zich vervolgens ijverig oefende in het teekenen en schilderen in olieverw van bloemen en vruchten naar het leven. Na verloop van eenige jaren in het vaderland teruggekeerd, vestigde zij zich in 1805 te Amsterdam en hield zich onledig met het geven van lessen aan eenige dames uit den aanzienlijken stand aldaar, terwijl zij gedurende het schoone jaargetijde haar verblijf hield te Haarlem, waar zij, bijzonder door eenige voorname bloemisten, in de gelegenheid werd gesteld om de fraaiste planten en bloemen naar het leven te teekenen. In 1819 verwierf zij te Parijs eene zilveren medaille op eene teekening in sapverw, en in 1822 eene dergelijke met een diploma van de Koninklijke Akademie te Amsterdam. Voor hare teekeningen maakte zij belangrijke sommen, zoowel in het buiten- als binnenland. In 1822 begon zij in olieverw te schilderen; en in 1824 nogmaals naar Parijs vertrokken, ontving zij daar nog lessen van den vermaarden bloemschilder van Dael. Na op verscheidene tentoonstellingen, zoo hier te lande als elders, proeven van hare kunst geplaatst te hebben, die de algemeene goedkeuring verwierven, overleed zij te Haarlem den 29sten Mei 1842.
Zie van Eynden en van der Willigen, Geschied. der Vaderl. schild. D. III. bl. 250-252, Aanh. bl. 238, 239; Immerzeel, Lev. en Werk. der Kunstsch.