[Pieter Hermanus Klaarenbeek]
KLAARENBEEK (Pieter Hermanus) werd omstreeks 1755 te Haarlem geboren, bekleedde er verscheidene eereambten en geraakte er na de omwenteling van 1795, ondanks zich zelven, in het stadsbestuur. In zijnen veel bewogen tijd deed hij zich als een waar voorstander zijns vaderlands kennen. Daarvan kan onder anderen getuigen het voorstel dat hij, in 1797 met J. van Heukelom senior, aan de Nationale Vergadering deed, om de invoer en de verkoop van Engelsche artikelen hier te lande te weren. Het tooneel waarop hij zich bewoog was echter niet geschikt voor hem, en geschokt door velerlei inspanning, besloot hij tot het ambteloos leven terug te keeren. Dit doende, woonde hij eerst eenigen tijd te Emmerik, later te Utrecht, waar hij in 1830 stierf. Zijne afbeelding ziet het licht. Hij gaf, bij uitersten wil, zijne begeerte te kennen dat eenige bevoegde kunstregters de verzameling zijner nagelaten gedichten zouden doorzien, en daaruit eene keuze doen der zoodanigen, die zij meest geschikt zouden oordeelen, om, in eenen bundel verzameld en gedrukt, aan zijne vrienden, daartoe bij name door hem bestemd, ten geschenke te worden rondgedeeld. Aan deze begeerte werd voldaan en alzoo ontvingen 's mans vrienden eenen bundel Nagelaten Gedichten, (Amst. 1831. 8o.), waarbij zijn portret gevoegd is. Hij is ook de dichter van het dichtstukje Jan Barendse of Jan de Lapper getiteld, medegedeeld door wijlen onzen voorganger in diens Nieuwe Herinneringen uit het gebied der Geschiedenis.