bevel voerde, werd op den 24sten Junij van genoemd jaar, tusschen Tariffe en Gibraltar, door acht Spaansche schepen en een zwaar galjoen aangetast. Hevig en bloedig was het gevecht, dat geëindigd werd door de vlugt der Spanjaarden, die een aanmerkelijk verlies hadden geleden. Na den Venetianen nog vele belangrijke diensten bewezen te hebben, is hij met velen der zijnen, door langdurig ongemak en bijkomende ziekte bezweken. Hij zal waarsehijnlijk behoort hebben tot het geslacht van Quirijn van den Kerchove, kapitein ter zee, die in 1665 onder de Ruiter tegen de Engelschen streed.
Zie Lev. en daden der Doorl. Zeeheld. D. II. bl. 154, 155; Brandt, Lev. van de Ruiter, bl. 418; Wagenaar, Vaderl. Hist. D. X. bl. 308; de Jonge, Gesch. van het zeewez. D. I. bl. 337, D. II. St II. bl. 182, 183; Engelberts Gerrits, Neêrl. Heldend. ter zee. D. I. bl. 247, 248; de Jonge, Ned. en Venet. bl. 86, 87.