Over den inhoud van dit werkje zullen wij niet uitwijden, als niet tot onze taak behoorende. Teregt wordt gezegd dat, behalve den bijbel, wel geen boek zoo veel lezers gevonden heeft als Kempis werkje. In het latijn is hetzelve meer dan twee duizend malen uitgegeven, en in schier alle bekende talen is het overgebragt. Hollandsche uitgaven bestaan er vele. De vermaarde Elzevier's hebben er mede hunne kunst aan te koste gelegd. De laatste Hollandsche uitgave verscheen te 's Hertogenbosch in 1855, in 24o., door P.L. van Kessel geheel op nieuw uit den Latijnschen tekst vertaald; terwijl in 1858 een tweede druk verscheen der uitmuntende overzetting van J.P. Hasebroek, predikant te Amsterdam. De eerste druk verscheen aldaar in 1844, en wordt voorafgegaan door eene letterkundige geschiedenis van het werkje zelve.
Zie Revius, Daventria Illustr., p. 60-64; Brandt, Hist. der Ref. D. I. bl. 49; Foppens, Biblioth. Belg p. 1135-1138, met portret; Saxe, Onomast. Literar., T. II. p. 396, 574 en de aldaar aangehaaldo schrijvers; Collot d'Escury, Holl. Roem, D. IV. St. I. bl. 76-79; de Wind, Bibl. van Ned. Geschiedschr., D. I. bl. 76; Kist en Royaards, Arch. voor Kerk. Geschied. D. I. bl. 397; D. II. bl. 248, 259, D. VI. bl. 279, 291, D. VIII. bl 356, 364, 367; Delprat, Verh. over de broedersch. van Geert Groote (nieuwe uitgave) bl. 88, 97, 220, 221, 283; Diest Lorgion, De Voorbereid. der Kerkherv. in Nederl. St. III; Glasius, Godgel. Nederl. en de aldaar aangehaalde schrijvers; Muller, Cat. van Portrett.; Algem. Konst- en Letterb. 1855. bl. 146, 174; de Navorscher, D. V. bl. 38, 179; Moll, Johannes Brugman, het register op Kempis; Schotel, Iets over de Navolging van J.C. (Breda 1844); J.B. Malou, Récherch. Hist. et crit. sur le véritable auteur du livre de l'Imitation de J.C. (Lov. 1848); Glasius, Geschied. der Nation. Synod. in 1618 en 1619 gehouden te Dordrecht, bl. 27.