vertoog van het wezentlijk onderscheit tusschen de waare Godsvrucht en Dweperije, Dev. 1744. 8o.
Nodig Bericht van hetgeen voorgevallen is, in den jaare 1740 tot 1745, omtrent het Boek van D.W. Schortinghuys, Innig Christendom, met een nader Vertoog tot wegneming van de voorgekome bedenkingen enz. wegens de Groningsche en Overijsselsche handelingen over hetzelve, nevens een korte afbeelding van het zelve, en ook zijne verklaring omtrent de regeering, Dev. 1746. 8o.
De Belijdenis van D.W. Schortinghuys, getoetst nevens de Overijsselsche Synodale Deductie der redenen tot veroordeeling van zijn Ed. Boek, door de Gecommitteerdens opgesteld, en uyt naam van de Synodus van Overijssel uitgeven, Dev. 1747. 8o.
De vastgestelde leer en praktijk van Neerlands kerk, omtrent den roem van Gods bijzondere, algenoegzame en kragtdadige Genade in Christus, gezuivert van het misbruyk derselve, door Enthusiasten, Quietisten en Separatisten, Dev. 1749. 8o.
De vastgestelde leer en practijk van Neerlands kerk enz., waarbij gevoegt is een verdere overweging omtrent het belang dat het openbaar Gebed der Gemeente voor haar zelve in de Eerste Persoon worde ingerigt, nevens eene beantwoording van de voornaamste zwarigheden daartegen ingebragt, 2de deel, 1ste stuk, Dev. 1749. 8o.
De vastgestelde leer en praktijk van Neerlands kerk enz., zijnde een Vervolg van 't vorige vertoog, wegens de letterkennis des Bijbels, het Verbonds-Geloof, en het wettig Eygen van 't redelijk schepsel. Alles ingerigt in tegenstelling van de dwaalgronden der Mystiken, Hattemisten, Hernhutters enz., 2de stuk, Dev. 1750. 8o.
De vastgestelde leer en praktijk van Neerlands kerk enz., dienende tot een nader ontdekking van het onbestaanbare en gevaarlijke Boek van Do. Schortinghuys, genaamt het Innig Christendom. Waarbij gevoegt zij een berigt wegens de dwaalgronden der Mystiken, P. van Hattem en J. Bril, nevens een verder vertoog over 't openbaare gebed der gemeente en andere vertoogen, die onder vorige verhandelingen hare betrekking hebben, 2de deel, Dev. 1750. 8o
Verhandeling over de Regtveerdigmaking, betrekkelijk tot deszelfs gegrond begrip, groot gewigt en invloed op de voornaamste Leerstukken des Geloofs, voorgesteld en van deszelfs misbruik gezuiverd; met eenige bijlagen daartoe behorenden, dienende tot eene aanvullinge alsmede tot den sleutel van vorige vertogen, uitgegeven onder den tijtel Leer en Practijk van Nederlands kerk, omtrent Gods bijzondere algenoegzaamen en kragtdadige genade in Christus, Devent. 1755. 8o.
Zie Boekz. der gel. wereld, 1725. b. 238, 1726. a. 508, 509, 1729. a. 493, 505, 337. b. 121, 1755. a, 214, 216; van Ab-