[Wopke Baukes Juwsma]
JUWSMA (Wopke Baukes) was een Friesch edelman, die tot de partij der Vetkoopers behoorde en wiens stins te Rinsumageest zeer nabij stond van dien van zijnen doodvijand Worp Tjaarda, die een der voornaamste hoofden der Schieringsche partij was. Op last van den laatsten verschool zich Lieuwe Jellinga met eenig volk in de schuur der pastorie, welke mede in de nabijheid was, en overviel Juwsma, toen deze op den 6den Augustus 1466 zich zonder geleide op weg had begeven. Te vergeefs waren de pogingen van Juwsma om het gevaar te ontkomen. In de gracht van Tjaarda's slot gesprongen, klemde hij zich aan den pilaar van de valbrug, digt aan het huis, vast, en verbeidde aldus weerloos den dood. Jellinga, die hem op de hielen gevolgd was, gaf aan zijn volk last om hem om te brengen, en naauwelijk was dit bevel aan zijnen mond ontglipt, of dadelijk werd het ten uitvoer gebragt. De booswichten schoten hunne pijlen op hun ongelukkig slagtoffer af en maakten hem verder af met hunne spiesen.
Juwsma liet een zoon en een dochter na; Fokke en Wyts geheeten. De eerste werd in het jaar na zijns vaders dood mede door de krijgsknechten van Worp Tjaarda vermoord, en de laatste huwde met Juw Harinxma thoe Sneek.