geven.’ Hierop ontvonkte Avennes in woede. Ik heb het geleide van mijnen neef niet noodig,’ riep hij uit, en toen hij met den heer van Arkel uit Dordrecht vertrok, zeide hij: ‘Er zal een tijd komen dat de graaf van Holland blijde zal zijn mij te zien en te spreken.
Die voorspelling werd letterlijk vervuld. Na den geweldadigen dood van Wolfert van Borssele, werd Jan van Avennes naar Holland ontboden en verzocht graaf Jan I in het bewind met raad en daad te ondersteunen. Avennes kwam, en de graaf van Holland, blijde zijnde hem te zien, stelde zich voor den tijd van vier jaren onder zijne voogdij of toezigt.
Op het artikel van Jan I hebben wij gezien dat de binnenlandsche aangelegenheden nu spoedig door Avennes geregeld werden, doch dat de graaf van Holland daarvan weinig genoegen beleefde, omdat hij kort daarop, in 1299, overleed, en wel, naar men vermoedde, vergeven te zijn door Avennes. Tijdens 's graven kortstondige ziekte verliet hij het land, en deze ontijdige reis wettigt maar al te zeer de hem ten laste gelegde beschuldiging.
Op het berigt van 's graven dood in Holland teruggekomen, werd hij door de edelen en gemeenten als wettig erfgenaam en opvolger verkozen en in de voornaamste steden gehuldigd. Bijna vijf jaren duurde zijn bewind, hetwelk vooral gekenmerkt werd door het bedwingen van den opstand der Zeeuwen, door Jan van Renesse verwekt, waarover wij op diens artikel nader kunnen uitweiden, en door de redding van Holland door Witte van Haamstede, waarvan wij ter zijner plaatse verhaal deden.
Jan van Avennes overleed in Henegouwen, den 22sten Augustus 1304, en werd in het koor der Dominikaner kerk te Valenciennes bijgezet, alwaar op eene marmeren tombe zijn grafschrift gelezen wordt, dus luidende:
Chy gist le gentil Jan de Pris;
Jadis eust dessous luy compris.
Quatre Pais de grand noblesse,
C'est Hainau come bien apris
Zeelande et Frise que moult pris
Et Hollande plain de richesse.
En son temps fut Chief de proësse
Fleur d'honneur, surfon de largesse.
Mil trois cens et quatre fut prit
De la Mort, qui bien scait l'adresse.
Or prions Dieu que l'ame addresse,
Comment que le corps ait mespris.
Avennes liet bij zijne gemalin Filippe van Luxemburg, dochter van Hendrik, graaf van Luxemburg, behalve Willem, zijn opvolger, nog twee zonen na; Jan van Henegouwen, heer van Beaumont enz., die wij vroeger vermeld hebben, en Hendrik, domheer te Kame-