[Hero van Inthiema]
INTHIEMA (Hero van), zoon van den voorgaande, werd omstreeks 1576 in Oost-Friesland geboren, studeerde in de regten aan de Franeker hoogeschool, verwierf er den graad van meester en begaf zich naar zijn geboorteland terug, dat hij weldra weder verliet, om als krijgsraad bij de troepen van den graaf van Nassau, stadhouder van Friesland te dienen. Hij verkreeg in 1618 het ambt van bibliothecaris en secretaris der hoogeschool te Franeker, welke posten hij waarnam tot aan het jaar 1621, toen hij door Johannes Coumans werd opgevolgd. Hij leefde nog in 1623 en schreef:
Responsum juridicum secundum, pro maturanda Phrisiorum supremae Curiae sententiae executione, adversus frivolas Camsteranorum exceptiones, Leov. 1618. 4o.
Responsum breve tertium et postremum in executionis causa Liaucamana, Leov. 1618. 4o. Hij voegde hierbij: Carmen ad honestae voluptatis amatores en Epigrammata.
Circa gentilitias familiarum domos, earumque appendentes praerogativas masculas et defunctorum extremas super iisdem voluntates, malaeque fidei posessorum machinationes, Disquisitio juridica, pro D. Georgio a Lyauckema, Chiliarcho Brabantiae Archiducis, contra nobiles Camsteranos, Leov. 1619. 4o. met portret.
Disceptatio Juridica super lite inter Comitem Frisiae Orientalis Ennonem, et Fridericum, liberum baron in Schwartzenborch, etc. Leov. 1619. 4o.
Censura, Judicium, sive Opinio, super Comitem Frisiae Orientalis Ennonem, et contra atrocissimos Evangelii implacabiles, insatiabiles hostes belligerandi fide, quam Ernestus, Princeps et Comes Mansveldiae et Christianus Brunswicensis, praestiterunt etc. 1621. 4o. Opgedragen aan de regering van Amsterdam. - waar gedrukt onbekend.
Elegia, in qua ex causis probabilibus, per inconsideratam