[Lodewijk Huyghens]
HUYGHENS (Lodewijk), drossaart te Gorinchem, werd in die betrekking door de staten, op verzoek van Willem III, in 1672 aangesteld.
Deze, een gunsteling van den prins, zocht zich in het gezag, dat de drossaarden vroeger gehad hadden, te weten de verkiezing van burgemeesters en schepenen, weder te herstellen. Doch dit veroorzaakte tusschen hem en de wethouderschap een hevigen twist, ten gevolge waarvan hij eerst in zijn ambt geschorst en daarna door 't hof van Holland in een zware geldboete werd verwezen. Sedert nam hij echter zijn ambt wederom waar, tot gering genoegen van de regering, doch de prins hield hem de hand boven het hoofd. In April 1684 ontstond er op nieuw misnoegen tusschen den drossaard en de regering van Gorinchem, ter gelegenheid der aanstelling van kapiteins, luitenants en vaandrigs der schutterij, waartoe door den drossaard de raad vergaderd was.
Zie Bericht van den Hove van Holland, wegens de sententie gewesen jegens den drost van Gorinchem, nevens een korte Memorye op dezelve sententie, Anno 1676, 4o; Verhaal van 't geene gepasseerd is tusschen Burgemeesteren en Vroedschap der stad Gorinchem, Utrecht 1684 4o.; Wagenaar, Vad Hist., D. XV. bl. 256, 257; Holl. Merc., 1684, bl. 257; Groot Plakaat-Boek, D. IV. bl. 414; Astrea 1855, bl. 207.