ken, gaven zij het beleid over de gansche vloot, bestaande uit 50 schepen, meest alle door de gebroeders gebouwd, aan hen over. Den 10 Februarij begaven zich de vorstelijke personen in de haven van Vlissingen scheep op de Juliaan, een schip, waarop de gezamentlijke broeders, volgens anderen Jacob, het onmiddelijk bevel voerden. Op de hoogte van Engeland werd de vloot van een zwaren storm beloopen, verscheidene schepen vergingen in 't gezigt van Philips. Deze verbood het binnenloopen in eenige haven van dat rijk, uithoofde van eenig misverstand tusschen den koning van Engeland en hem gerezen. Eindelijk bezweek hij voor de herhaalde beden der gebroeders en liep te Wymouth binnen. In 't nijpen van het gevaar zou Philips hen dikwerf toegeroepen hebben waeckt Huybert, en na het gelukkig ontkomen sloeg hij de broeders tot ridders en gaf hun deze twee woorden tot devies onder hun wapen, tot loon voor hunne betoonde kloekmoedigheid en zeemanschap. Den 12 Mei 1513 gaven keizer Maximiliaan en aartshertog Karel voor hun en hunne nakomelingen het toen zeldzame regt om zich zelven en drie hunner dienaren met den degen te mogen omgorden.
Niet minder groot was de eer die de aartshertogin Margaretha Jan en Herman bewees door hen in gezantschap naar Hendrik VIII, koning van Engeland te zenden.
Van de kinderen van Jan de Huybert bekleedde Cornelius in 1544 en 1549 de burgemeesterlijke waardigheid te Zierikzee en zijn kleinzoon Paulus in 1592 en 1596. Uit dezen stam zijn Ewoud Pauwelsen, gecommitteerde raad ter admiraliteit in Zeeland, raad en schepen van Zierikzee; Cornelis Pauwelsen, secretaris van Zierikzee, raad ter admiraliteit te Hoorn; Ewoud Cornelissen, raad en schepen van Zierikzee, en in 1644 landsregter; Adriaan Ewoudsen, kapitein bij de infanterie in staten dienst, gesproten.
Jacob Huybert liet één zoon na Lieven (zie het volgend artikel).
Herman de Huybert was in 1506, 1510, 1516, burgemeester van Zierikzee, gehuwd met Mayken Lambrechtsen. Zijn zoon Joannes was in 1545, 1551, 1558, 1595, 1600, 1603, 1606 en 1609 burgemeester van Zierikzee. Diens zoon Adriaan legde in Junij 1596 den eersten steen van het weeshuis aldaar. Zijn broeder Herman volgt.
Zie Reigersberg, Chronick van Zeelandt, D. I. bl. 322, 369 volgg.; Smallegange, Cronyck van Zeeland, bl. 682, 691; Functien en employen van Pieter de Huybert, Heer van Burght etc., Raad-