[Dom. Humme]
HUMME (Dom.) of Hummes was tegenwoordig bij de dankrede van Nederlanders, die in de XVIde eeuw als vlugtelingen en ballingen om der Hervormde godsdienst wille, te Wesel, in Kleefsland, eene vrij stad gevonden hadden, en die nu, na tien jaren aldaar in vreemdelingschap te hebben doorgebragt, onder betuiging der hartelijkste erkentelijkheid naar hun vaderland terugkeerden (23 Februarij 1578). Dr. Janssen gist dat deze dezelfde was met die bij Bor, Strada en van Meteren, Hames heette. Ware dit zoo, dan was hij zeker een zeer beroemd persoon, niet slechts wegens zijnen hoogen rang, maar ook wegens zijne wervingen voor het verbond der edelen; ook behoorde deze onder de gevlugte of gebannen Nederlanders en was het, die aan de landvoogdes bekend maakte, dat de hertog van Cleef mede tot het verbond der edelen behoorde.
Zie Strada, de B.B.L.V. p. 195; van Meteren, Ned Hist, D. I bl. 440; Bor, Ned. Oorl., D. I. fol. 182; Schiller, Abfall der Niederl., S. 118; Leven van Willem I, D. I. bl. 407; Kist en Royaards, Kerk. Arch., D. V. bl. 340, 341, 342.