Hij was een ijverig en kundig beoefenaar der heraldie, blijkens de mss. die door Paquot worden opgegeven. In druk is van hem bekend:
Geborte-linie, ofte Geslachts afcompste der Heeren Vooghden van Mechelen, met die naemen der Bisschoppen van Loydick, als te samen geregeert hebbende van wederzijde; met uytdruckinghe van hun lieder stamhuys, aencomen, sterfdagh, ende begraefenisse; oock hoe de selve vooghdye, heerlijckheydt, jurisdictie ende landt van Mechelen syn gevallen in de handen van Hertogh Karel van Bourgondien, uyt wiens hoofde de selven beseten worden van syne Konincklycke Mojesteyt van Spagnien etc. Aldus by een vergadert, te saemen gevoeght, ende in deze order gestelt door jonckheer Hendrik van Huldenberghe, wethouder derselver stede. Met voornemen van alhier afdalende te brengen allen die heeren van Mechelen, beginnende van den jaere 1100, Mechelen 1636 (een kaart van 15 bladen). Er verscheen aldaar 1768, 4o., bij J.P. van der Elst een vervolg.
Zie D. Lindani Teneraemunda, p. 78; Butkens, Trophées de Brabant, Préf. Suppl, T. II. p. 345-348; A. Gurrez, Vita S. Liberti, diss. II. ad fin.; J. Bart. Jeoffroy, Beschrijv. van Mechelen, bl. 69; Paquot, Mém., T. III. p. 361; Bibl. Hulth. mss. p. 261.