[Pierre Josué Louis Huet]
HUET (Pierre Josué Louis), oudste zoon van den vorige, werd 26 November 1799 te Amsterdam geboren, studeerde aan het athenaeum te Amsterdam, behaalde in 1821 te Utrecht de gouden medaille voor zijn Commentarius de Graecae tragoediae ratione et nobilissimâ Vondelii fabulâ Gijsbrecht van Aemstel ad eam exactâ, Traj. ad Rhen 1821, 8o. In 1824 werd hij doctor in de godgeleerdheid aan de Leydsche hoogeschool, na het verdedigen van zijn Specimen de antiquissimorum Dei cultorum qui in Epistolâ ad Hebraeos cap. XI memorantur, fide diversâ eademque unâ, (L.B. 1824, 8o.)
Na eenigen tijd als proponent de gemeente van Rotterdam gediend te hebben, werd hij in 1825 predikant der Waalsche gemeente te Dordrecht, en in het volgende jaar te Amsterdam, waar hij 12 November 1846 stierf. Hij liet eene weduwe, G.P.A. Ledeboer, met welke hij in 1825 in den echt was getreden, en verscheiden kinderen na. Huet paarde aan buitengewone geleerdheid grooten ijver en gaf daarvan in verschillende opstellen, door hem in het Maandschrift van de Ringsvergadering te Amsterdam geplaatst, blijken. Jaren lang was hij ijverig lid en secretaris van het Bijbelgenootschap. Behalve de genoemde opstellen en andere, die in