[Erasmus van Houweningen]
HOUWENINGEN (Erasmus van) was volgens zijn eigen verhaal in de voorrede van het ten jare 1597 te Leyden bij Fr. van Ravelinghen uitgegeven Penninckboeck enz., toen sedert 17 of 18 jaren inwoner der stad Dordrecht, terwijl hij elders zegt: ‘dat het toen meer als 50 jaeren was, dat hij zich op geschiedenissen te lezen had beginnen toe te leggen, en eene munt- en penningverzameling aan te leggen, terwijl diverse groote heeren hem hadden verzocht de Hollandsche munten afgebeeld in het licht te geven.’ Men mag alzoo aannemen dat van Houweningen omstreeks 1540 het eerst het levenslicht heeft aanschouwd. Verder is ons niets van den man bekend als dat hij te Dordrecht het beroep van zilversmid en graveur zou hebben uitgeoefend. Hij droeg zijn werkje, dat in 4o. gedrukt is, op aan de heeren staten van Holland, mitsgaders de heeren schout, burgemeesters en regeerders der vermaarde stad van Dordrecht.’ De eerste druk is tamelijk zeldzaam, de tweede minder. Cornelis van Alkemade heeft het later in zijn Muntspiegel der graaven en graavinnen van Holland bijna geheel overgenomen en aangevuld.
De titel van Houweningen's werkje is:
Penninck-Boeck, inhoudende alle figuren van zilvere ende goude penningen, gheslaeghen by de graeven van Hollandt, van Dierick de 7e van dien naem tot Philippus van Bourgondiën toe, met het leven in 't cort van deselve graeven.
De tweede uitgaaf, Rott. 1627, voert tot titel:
Penningboek ofte wegwijser der Kronyken van Dirk de VIIe van dien naam enz. Met een korte Kronyke tot op deze tegenwoordige tijd, welke aanwijsen sal de navolgende schrijvers. E. van Meteren, de oude kronyk van Holland, P. Borre, P. Schriverius, Korn. van Karion, Joh. Sleidanus, Seb. Vrank, Tooneel der Keiseren, Ad. Junius, Rijmkronyk, Oud Bataviën, Ellert de Veer, Joh. Westerbroek, W Baudartius, enz.
Zie Gouthoeven, Chron., bl. 240; Boxhorn, Theatr. Holl., p. 167; Val. Andreas, Bibl. Belg., i.v.; Balen, Beschrijv.