heen voer in de hoop van s' lands vloot te vinden, doch het waren tien oorlogs- en drie O.I. schepen. Met elkanderen liepen zij nu de lens af en kwamen op het Doggerszand. Den volgenden dag (12 Sept.) zetteden zij den koers zuid aan en vervielen bijna onder de Engelsche vloot. Vervolgens kruistte hij omtrent Vlekkeren, waar hij later binnen liep en van waar hij naar 't vaderland terugkeerde.
Hij sneuvelde in het volgend jaar (1666) in den vierdaagschen zeeslag.
Zie Brandt, Lev. van de Ruijter, bl. 155, 435, 436, 438, 443, 492; Lev. der voorn. Zeeh., D. II. bl. 254; C.J. de Jonge, Geschied van het Nederl. zeewez, D. II. b. bl. 286; Chron. Hist. Gen., D. VII. bl. 453-455, D. IX. 164-166.