Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 8. Tweede stuk
(1867)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 1318]
| |
mineerd te zijn, predikant te Oosterwijk in Zuidholland. In zes onderscheiden gemeenten werd hij beroepen, van of voor zes anderen ontving hij het aanbod, laatstelijk in 1827 tot predikant te Paramaribo, maar hij verkoos zijne gemeente niet te verlaten, waar hij 17 Maart 1846 in den ouderdom van 68 jaren overleed. Hij trad 20 Junij 1820 in het huwelijk met C.C. Sukkel, en liet kinderen na. In 1836 verscheen te Leeuwarden: Verscheidene betamelijke pligten, gelijk van een iegelijk Christen, zoo bijzonder van een leeraar onder des Heeren bezoeking. Verscheidene redenen, waarom een Christen geen vrijheid heeft, om onder eene dorre bediening zich de openbare godsdienst te onttaekken, 8o. Zamenspraak over des Heeren Avondmaal tusschen een zwak en sterk geloovige, waarvan de eerste niet durft toetreden, en de tweede niet terug blijven, uit het Engelsch vertaald. Nieuwe onveranderde uitgave, gr. 8o. De gekruiste Christus, den Joden eene ergernis en den Grieken eene dwaasheid. Leerrede over I Cor. 1 vers 23, Utrecht 1837, kl. 8o. Christus zegepraal over dood en graf, Amst. 1837, kl. 8o. Beschouwingen aangaande de weigering van Johannes om Jezus te doopen en zijne betuiging dat hij Jezus niet gekend heeft, Amst. 1849, gr. 8o. Iets tot toelichting ten aanzien van de adressen aan de hooge magten van staat, ter voorkoming van het sluiten van een concordaat tusschen Zijne Majesteit Willem II en den Pauselijken Stoel, en het herstel der Hervormde kerk op de grondslagen van hare oorspronkelijke kerk-inrigting, Leerdam 1842, gr. 8o. Mijne gedachten, na de lezing van het ministerieel rescript van den 1 Julij 1842, hetwelk de onafhankelijkheid der Hervormde kerk uitspreekt, over de middelen die moeten worden aangewend tot verkrijging van eene algemeene kerkvertegenwoordiging, de synode, of eene consulerende commissie tot daarstelling van een concept-reglement of eene kerke-orde, aan mijne Hervormde geloofsgenooten ter toetsing voorgedragen, Leerdam 1842. Brief aan den hoogwelgeborenen heer P.J. baron van Zuylen van Nijevelt, betrekking hebbende op zijn laatste werkje getiteld: Opwekking tot volharding in den aangevangen geestelijken strijd aan de verdrukte Sions-kinderen, na de in het licht verschijning van het beknopt verslag mitsgaders het besluit der Synode den 18 Julij 1842, Leerdam 1842, gr. 8o.
Zie Boekz. der gel. wer. 1846, a. bl. 480, 481. |
|