[Jarich van Hottinga]
HOTTINGA (Jarich van) afstammeling van een aanzienlijk Friesch geslacht, ook wel Hotnia en Hoctinga genoemd, reeds in de XIVde eeuw bekend. Hij was de zoon van Epoa Kee van Hottinga van Nieuwland en kleinzoon van Jarich a Kee, in 1417 grietman van Franekeradeel. Hij was gehuwd met Swob, dochter van Douwe Aylva van Sjaerda en Edwer Sjaerda te Franeker, en had bij haar vijf kinderen. Hij was in 1450 grietman van Henneraardeel en woonde te Wommels.
Zie Sminia, N. Naaml. van Grietm., bl. 240, 241.