[Hieronymus Hortensius]
HORTENSIUS (Hieronymus), zoon van Lambertus Hortensius, broeder van Augustinus Hortensius, organist te Naarden, werd voor den geestelijken stand bestemd. Daar evenwel geen priesterszoon, zonder vergunning (dispensatie) daartoe geraken kon, poogde hij die door den vicaris der Domkerk te Utrecht, Persoels, te verkrijgen. Later werd hij predikant te Naarden, en in 1579 te 's Hage. Hier geraakte hij in twist met zijn ambtgenoot Jan Pietersz. Hij toch leerde dat het geloof niet bestond in deze of gene uitdrukking, maar in de kracht, den aard en geest der gehoorzaamheid. Ook meende hij dat iemand, die voortging een zondig leven te leiden, de zaligheid niet ontvangen zoude, al wilde God hem die geven. Pietersz. welke meer aan de leer der genade gehecht was, verweet Hortensius dat hij de waardij der goede werken te hoog stelde. Deze oneenigheden hadden ten gevolge dat de twistenden hunne bediening wel bleven behouden, doch beide verplaatst werden; Pietersz. naar Castricum, Hortensius naar Wassenaar, (1590) waar hij in 1596 stierf.
Zie Hooft, Ned. Hist., (1677) bl. 952; Uitenbogaert, Kerckel. Hist. (1646), bl. 226 vg; Burman, Traj. erud., p. 156; Mr.