[Willem Horn]
HORN (Willem) of Guilielmus Hornius, te Gend geboren, ging van de Roomsche tot de Protestantsche godsdienst over en vestigde zich in Nederland. Hij had volgens Rabus zich reeds door zes boeken Latijnsche puntdichten en een gedicht bekend gemaakt, waarin hij den brief bij Ovidius door Penelope aan Ulysses geschreven, niet onaardiglijk teruggaf, en de Bede eener Christelijke ziele tot God uitgegeven, toen hij in 1698 bij Petrus van der Slaar te Rotterdam in het licht gaf:
Poëmata; ad Wilhelmum Magnae Brittanniae regem, behelzende:
Auriados libri 12.
Elegiarum lib. 2.
Sylvarum lib. 2.
Epigrammatum lib. 12.
De Imitatione lib. 1.
Deze bundel werd door zijne tijdgenooten geprezen maar draagt de goedkeuring van Hoeufft, Peerlkamp en Gryphius niet weg.
Zie Christ. Gryphius, de Scriptoribus Hist. Saec. XVII. p. 408; Hoeufft, Parn. Lat. Belg., p. 202; Peerlkamp, de Poêtis Lat. Neêrl., p. 462, 463; Rabus, Boekz. van Europa 1698, b. bl. 321 volgg.