[Maximiliaan van Hoorn]
HOORN (Maximiliaan van) heer van Gaasbecke, Honschoten, Houtekerke, Hese, Leende, Braine en Geldorp, burggraaf van St. Winoxbergen, kamerheer van Karel V, oudste zoon van Arnoud van Hoorn en Margaretha de Montmorency, was in 1494 een der schenkers van Philips de Schoone en volgde hem in 1501 op zijne reis naar Spanje. In den Gelderschen krijg nam hij als kapitein en bewaarder van stad en tol van Tiel het bevel over van Aremberg, en had hij onder zijn luitenant Guillaume Carondelet 300 voetknechten, doch hij klaagde herhaaldelijk over die troepen in zijne brieven aan de landvoogdes. In 1517 bewerkte hij den vrede te Utrecht even als hij in 1519 met den Stichtschen vredehandel werd belast. Nadat hij in 1516 met den uitvaart van Ferdinand was belast geweest, werd hij in hetzelfde jaar onder de Vliesridders opgenomen.
Hij volgde den heer van Sempy op als luitenant van het leenhof van Brabant, in welke betrekking hij nog voor zijn dood (1538) door zijn zoon werd vervangen.
Zie de Intrede van Karel V binnen Dordrecht, bl. 113.