[Johan van Hoorn]
HOORN (Johan van) werd 1662 te Stockholm van Hollandsche familie geboren, studeerde te Leyden, hield zich een tijd lang in Frankrijk en Engeland op, werd daarna 1690 doctor te Leyden, begaf zich in 1691 wederom naar Stockholm, waar hij in 1707 stads-physicus en 1720 archiater werd. Hij stierf in 1724.
Hij schreef:
Disp. inaug. de partu practer naturali, L.B., 1690, 4o.
Swenska väl ösvade Jordegumina, Stockh. 1697, verbeterd 1715; ook met den titel:
Schwedische Wehmutter, in 1720 in het Hoogd. overgezet, dikwerf aldaar herdrukt, ook met den titel:
Die durch Fragen und Antworten treulich unterwiesene Wehmutter, Stockh. 1765.
Spira en Pua of onderwijzing in de Vroedkunde, en derzelver voornaamste handgrepen, nevens 30 gewigtige waarnemingen omtrent zwaare verlossingen. Uit het Hoogd. vertaald met aanteek. verv. door G. ten Haaff, Chir. Maj. Heelmeester te Rotterdam, Operateur van de Steen te Delf, Amst. 1752, 1753 3de dr. gr. 8o.
J.v.H. Anatomicus publ. Ao. 1705 Stockholmiae habita Lectio tet ia contra s. omnipotentis Mirabilia circa generationem hominum publico sermone etc., Upsal. 1709.
Zie Gezelii Biogr. Lex. i.v.; Rotermund, Fortz. und Erg. von Jöcher i.v.; Arrenberg, Naaml. van Boek.