[Cornelia van der Hoop]
HOOP (Cornelia van der) volgens sommigen dochter van mr. Hubert van der Hoop en Maria Mol, volgens anderen van den notaris en procureur J. van der Hoop, denzelfden die met mr. Geeraerd Paeu van den vermaarden ‘Dordrechtschen operateur en steensnijder Sasbout Souburg een zilveren kop ontving’ na het winnen van zijn regtsgeding, bloeide in het midden der 17de eeuw. Zij beoefende de poëzy, en hare schoonschriften werden gelijk gesteld met die van Maria Strick. Zij was te Dordrecht geboren en een vriendin van Margaretha Godewijck, die haar
‘Een Spiegel der deugden, Beminster van den vrede,
Voorbeeldster van de deucht, Opqueeckster van de zeden,
Verfoeyster van de nijt, Voortplantster van het goet,
Verachtster van den haet’
noemde en een gedichtje onder hare beeldtenis schreef.
Zie G.D.J. Schotel, Avondst., bl. 163.