Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 8. Tweede stuk
(1867)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 1189]
| |
Indië, om aldaar op het voetspoor van zijn vader en grootvader, in dienst der O.I. Compagnie werkzaam te zijn. Hij slaagde daarin bij uitnemendheid en was, in 1744, opperkoopman en resident te Cheribon. Hij stond in bijzondere vriendschapsbetrekking tot den gouverneur generaal baron van Imhoff, en bleef onder alle wederwaardigheden, welke die bekwame landvoogd een geruimen tijd moest ondervinden, aan hem verbonden. Bij het verlaten van de dienst erlangde hij een zeer eervol ontslag, en genoot de onderscheiding dat hij met 's lands oorlogschip, het Kasteel van Medemblik, kapitein ter zee Vos, repatrieerde, hetwelk op den 10 Augustus 1751 in Texel binnenviel. Na zijne terugkomst in het vaderland, werd hij in 1755 van wege de staten van Utrecht tot raad der admiraliteit in Friesland benoemd; hij bekleedde die betrekking eenige jaren; leefde later in groot aanzien te Utrecht, en overleed aldaar als kanunnik van het kapittel den Dom, op den 16 Julij 1779. Hij was den 14 October 1738 te Batavia gehuwd met Maria Petronella van Alsen, destijds weduwe van den heer Govert Lakeman, onderkoopman en tweede administrateur te Padang, doch zij overleed kinderloos in 1742.
Partic. berigten. |
|