[Nicolaas Hoogvliet]
HOOGVLIET (Nicolaas), werd den 19 van Herfstmaand 1729 te Delft geboren, studeerde in de godgeleerdheid, werd eerst predikant in de Gasthuiskerk te Delft, in 1757 te Leyden en bedankte in 1770 voor eene beroeping naar Amsterdam. In laatstgenoemd jaar beriepen hem curatoren tot hoogleeraar in de godgeleerdheid aan de Leydsche universiteit, welke post bij den 17 December van dat jaar met eene redevoering De oratoris sacri in refellendis Revelationis Divinae contemtoribus prudentia. In 1776 zou hij het rectoraat met eene redevoering De latione Legis publicae non unico revelatae Religionis documento, hebben neêrgelegd, toen hij door zijn dood in zijn voornemen werd verhinderd. Hij stierf 29 April 1777, bij zijne huisvrouw E.A. Tatum vier dochters en een voorzoon nalatende. P. de Mare heeft zijn beeldtenis in plaat gebragt.
Zie Te Water, Narratio, p. 231, 232; Siegenbeek, Gesch. der Leids. Hoogesch., D. II. bl. 214, 215; Symbol. Liter. Hagan. Cl. I.P.I. p. 225, 226; Lijst van Predik. achter het Textenboekje te Leyden, bl. 128; Boekz. der gel. wer. 1777, a. bl. 579; Ned. Bibl., D. V. bl. 2, 360 (op zijn beeldtenis); Muller, Cat. van Portr.