doch Immerzeel wil dat hij eene geheel oorspronkelijke manier van teekening en penseelbehandeling had. ‘Maar, dus vervolgt hij, ‘wat dezen meester van alle andere binnenhuisschilders onderscheidt, is de tooverachtige speling van gewone dag- en invallende zonnelichten op muren, gronden en figuren, met inachtneming der wijkende tinten, waardoor hij een treffende diepte en ruimte met de doorkneedste kennis van licht en bruin en een groot en harmonieus effect te weeg bragt. En wij twijfelen of het in de kunst wel mogelijk zou zijn, bij zooveel kracht, als men in zijn werk bespeurt, meerder helderheid te bewaren.’
Het Amsterdamsch Museum bezit van hem een
Portaal of Kelderkamer, belegd met groene en gele vloersteenen, waar eene vrouw uit een kelder komt met een kan bier, gereed om een kind te laten drinken, voor f 4,010.00 aangekocht op de verkooping van mevr. Hogguer (1817).
De Binnenmuur van eene Hollandsche stad, waar men eene vrouw ziet met een schotel appelen onder den arm, die een stuk geld aanbiedt, meer achterwaarts een man in een zwarten mantel gehuld, gold op de verkooping van Muller (1827) f 6,000.00.
Koning George IV van Engeland bezat van hem:
Drie Heeren en eene Dame aan eene tafel gezeten, zich met kaartspelen en wijn drinken vermakende, terwijl men door eene deur eene dienstmaagd in een tuin ziet; een werk van den eersten rang, door den kunsthandelaar J. Smith in 1825 voor 15000 francs van den baron van Meckelenburg gekocht.
Een vrouw zittende bij eene huisdeur te spinnen, waarbij een meisje dat een emmer en een kruik met water draagt en eene Dame voor een clavecimbel gezeten.
De heer Kramm zag bij lord Stafford:
Eene moeder, bezig zijnde een bed te schudden, ziet om naar de open huisdeur, waar haar dochtertje met een appel in de hand staat.
In de verzameling van lord Asburton:
Eene vrouw met een schotel gebraden appelen en nevens haar een kind gaande, in den heldersten zonneschijn, door een straat bij de stadswal te Utrecht, boven wier huizen zich een kerktoren vertoont. In de verzameling te Lutonhouse:
Eene Herberg, waarin een officier, aan wien de waardin een geldstuk vertoont, dat zij vermoedelijk van hem heeft ontvangen, en hare ontevredenheid daarover uit; hij heeft de hand in zijn zak, als of hij haar meer wil geven. Wat verder in het vertrek ziet men twee personen zich met rooken vermakende, waarbij een jong meisje, afkomstig uit het kabinet van Braamkamp, te Amsterdam.