[Petrus Hollebeek]
HOLLEBEEK (Petrus), broeder van Andreas Hollebeek, predikant te Dordrecht, werd den 26 September 1646 te Leyden geboren, vergezelde, na voleindigde akademische studie, in 1670 den ambassadeur Hieronymus van Beverningh naar Madrid. Op zijne terugreis bezocht hij Genève en leerde er den vermaarden godgeleerde Turretijn kennen. Te Parijs ging hij vriendschappelijk met Claude, predikant te Charenton, om. In 1672 vertrok hij naar Engeland, als beroepen predikant bij den ambassadeur Johan Meerman. Hier bleef hij slechts zes weken en keerde den 10 April van dat jaar terug. In dit jaar werd hij andermaal tot predikant bij den ambassadeur naar Spanje en te gelijk te Valkenburg beroepen. Hij nam het beroep te Valkenburg aan, vertrok in 1675 naar Alphen, in 1679 naar Alkmaar, in 1680 naar Leyden, waar hij in 1684 onderregent en in 1707 regent bij het staten collegie werd en den 4 Februarij 1709 stierf. Robbertus Aemilius hield eene lijkrede op hem, naar aanleiding van I Joh. XI:17, die in druk is uitgegeven. Hij huwde in 1677 1. Sara Haan, wed. Anthonie van de Vin; in 1704 2. Magteld Scholten, wed. Samuel van der Helft; in 1707 3. Cornelia Maersche, wed. Marcus Penne, predikant te Lede, en laat twee zonen na, Jacobus, predikant te Wieringerwaard (1709). Medenblik (1718), Middelburg (1741), overleden 9 Maart 1764, oud ruim 72 jaren en Jeremias, (die volgt).
Tot zijne geschriften behooren: een Predikatie over Rom. I:17 en een Bundelke leerredenen, behelzende 7 predikatien over I Thess. IV:13-18 gr. 8o., waaronder een op het afsterven van A. Heydanus, in 1750 te Amsterdam bij P. Schoschen 8o. herdrukt.