[Anthony van Hoboken]
HOBOKEN (Anthony van), heer van Rhoon, Pendrecht en Cortgene, chef van het te Rotterdam gevestigde handelshuis A. van Hoboken & Zonen. Het leven van dezen merkwaardigen man was een reeks van gelukkig geslaagde handelsondernemingen, gedurende welligt 75 jaren. Hij begon den handel in zijne geboortestad Rotterdam op jeugdigen leeftijd en op nederige wijze en hij eindigde als een zeer vermogend zeehandelaar, toen hij den 14 Januarij 1850 daar in 93jarigen ouderdom ontsliep. Met betrekking tot Nederlandsch-Indië onderscheidde hij zich op velerlei wijze, vooral tijdens de regering van koning Willem I. De diensten, welke hij voor en na aan het ministerie van koloniën bewees, waren talloos en zouden eene afzonderlijke vermelding waardig zijn. Het uitgebreid vertrouwen dat hij genoot en het aanwezen te Batavia van een algemeen geacht agentschap van zijn huis, sedert de eerste tijden der weder in bezitneming der O.I. koloniën, bekend onder den naam van ten Brink en Reijnst. later en nu nog onder dien van Reijnst en Vinju, gaven daartoe gedurige aanleiding. En toen de graaf van den Bosch in 1830 het kultuurstelsel op Java invoerde, en de producten ter verkoop naar Nederland zond, was het voornamelijk Anthony van Hoboken, die een koopvaardijvloot in de vaart bragt, met regt een sieraad van Nederland. Willem I schonk hem eerst het ridderkruis, Willem II het kommandeurskruis der orde van den Nederlandschen leeuw en eindelijk Willem III het ridderkruis met de ster van de orde van de eikenkroon. Hoboken stond in hooge achting bij zijne land- en stadgenooten en verdiende de hulde hem zoo bij zijn leven als na zijn dood toegebragt. Van Tollens bestaat een Feestdronk op de inhuldiging van A. van Hoboken als Heer van Rhoon en Pendrecht.
Zie Nieuwe Rotterd. Courant 15 Jan. 1850; Handel van het Ind. Genootsch. 1860, bl. 72; Tollens, Nalez. onuitg. en verspr. ged bl. 67.