Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 8. Eerste stuk

[Juw Heringa]

HERINGA (Juw), zoon van Haring Heringa en His Aebinga, bondgenoot der Edelen, door Alva gebannen, welk banvonnis ook te Leeuwarden werd afgekondigd. Hij huwde Tiets Harinxma, welke, gedu-

[p. 649]

rende haar leven in 't volle gebruik harer goederen is gebleven.

Zie Sententiën van Alva, bl. 127; Winsemius, Lib. II. p. 115; Te Water, Verbond der Edelen, D. II. bl. 455; Kok, Vad. Woordenb., D. XX. bl. 563.