[Edo Heringa]
HERINGA (Edo), Hoveling in Rauwerd, was mede lid van het Verbond der Edelen, verliet in 1568 zijn vaderland en werd omtrent een jaar later verbannen. Hij vertrok met zijne vrouw, Anna Roorda, naar Embden, waar hij den 13 van Oogstmaand 1575, zij in 1586 overleed. Zij werden aldaar begraven, doch hunne beenderen in 1611 opgegraven, naar Rauwerd vervoerd, en in het voorouderlijk graf bijgezet. Hij had een zoon, Eelke, die in 's vaders omzwerven deelde, en twee dochters, Fekel, die met Pieter, en Wompk, die met Tjalling van Eysinga huwde.
Zie Winsemius, Chron., Lib. II. p. 90, 114, 115; Te Water, Verbond der Edelen, D. II. bl. 388, 456; Kok, Vad. Woordenb., D. XX. bl. 563.