Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 8. Eerste stuk

[Daniel van Hengel]

HENGEL (Daniel van), den 26 October 1618 te Amsterdam geboren, predikant (1646) te Amerongen, en te Utrecht (1648), waar hij overleed 22 Augustus 1689. Hij schreef:

Beknopte Weegschaal.

waartegen pater Cornelis Havart schreef:

Bedenckingen voor Mynheer Daniel van Hengel, predikant der genoemde Ghereformeerden tot Uytrecht, hem toeghesonden van Pater Cornelis Havart, enz., over een seker schrift onlancx int licht ghegheven door den voorsegden Heere van Hengel, met dezen tytel: Beknopte Weegschaal, etc. Antw. 1676.

Daniel van Hengel, predikant enz., Opgheweghen in zijn eijghen Weegschale ende bevonden te licht te sijn. Antw. 1677, 8^o.

Het Afkeer ende de Bitterheyt over 't verschil der Religie gematicht ende recht bestiert enz. Utrecht 1673.

Onpartijdig Recuel ofte versam, van de wederzyts argumenten

[p. 583]

redenen en replicen over de questie van den Sabbath enz. Utrecht 1668.

Nehemia, ofte voor-beelt van een godvruchtich vorst ende wel-gestelde Regeeringe. Utrecht 1674.

Zedigh en grondigh Bericht over het gebruyck der genaemde geestelycke goederen, bijs. in den Gestichte van Utrecht enz. Utrecht 1661.

Staet des geschils over 't stuck van de Bancken van Leeningen, sommierlick geopent door Christianus Philalethes. Utrecht 1665.

Soliloquium ofte eensprake en H. bedenking van een gelovige ziele over den inhoud en praktyke des Heyl. Doops. 1657.

Zie Schotel, Kerk. Dordr., D. I. bl. 411; Cat. J. Schouten, bl. 14; Cat. Heringa, bl. 93; Cat. van een uiterst zeldz. verzamel. van Bijbels enz. verzameld door F. Muller, bl. 84; H. van Rhenen, enz., bl. 45; Boekzaal, 1733, b. bl. 469.