1833 bedankte hij voor een beroep als organist van de Nieuwe kerk te Amsterdam. Hij was eerst gehuwd met Maria Anna Catharina Roijer, na diens dood met Maria Catharina Meijer, thans nog in leven. Bij beiden liet hij kinderen na. Van zijne compositiën, die naar het oordeel van deskundigen weinig waarde hebben, vinden wij vermeld:
H. van Alphen, Vijftien kleine schoolliederen, voor piano en zang gecomponeerd, door W.G. Hauff, Gron. lang 4o.
Melodiën der Evangelische Gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik, gezet voor orgel of pianoforte met de noodige harmonie in generaal basstijl, Gron. 1840. breed 4o.
VI kleine Naspelen bij het uitgaan der godsdienstoefening, voor orgel met twee clavieren en pedaal, Gron. 1847. breed 4o.
Praeludiën of voorspelen, dienende voor de Psalmen en Gezangen voor het orgel, Gron. breed 8o.
De 150 Psalmen, benevens lof- en bedezangen, gezet voor orgel of pianoforte, met de noodige harmonie- en generaal-bas 3de verbeterde druk, Gron. 1848. breed 4o.
Zie Algem. Handels- en Effecten blad 5 Nov. 1858; Brinkman, Naaml. van Boek.; Uit familie-berigten aangevuld.