Culenborg; Gerrit van Harn, benoemd tot opvolger van Jan van Riebeek, commandeur van de Kaap de Goede Hoop, doch op de reize derwaarts in 1661 overleden, en mr. Johan van Harn, ordinaris raad des furstendoms Gelre en graafschaps Zutphen en oud burgemeester der stad Arnhem.
Hij ontving zijne eerste opleiding aan het gymnasium te Deventer, studeerde en promoveerde vervolgens te Harderwijk in de regtsgeleerdheid. Zich te Arnhem als advokaat nedergezet hebbende, werd hij aldaar commies-griffier bij het geregtshof van Gelderland en was laatstelijk als hoofdcommies van de administratie der posterijen te 's Gravenhage werkzaam. Als zoodanig gepensioneerd, bragt hij zijne overige levensjaren in geletterden rust te Vianen door, waar hij op den 1sten Januarij 1858 overleed. Hij was gehuwd met Johanna Christina Swaving, die hem één zoon en eene dochter schonk.
Als letter- en geschiedkundige deed van Harn zich gunstig kennen door de volgende werken:
Flora Campbell. Een geschenk voor Neêrlands dochteren, 's Hage 1848. kl. 8o. met platen.
Een vlugtige blik op het oude en hedendaagsche Vianen, Schoonh. 1851. gr. 12o.
Passie-bloemen geplukt op vreemden bodem, Gorinch. 1851. 12o.
Hans-Joris! Eene episode uit mijn academie-leven te Harderwijk, 's Hage 1852. kl. 8o.
Iets over Everardus Reidanus, Nassawsche Raët, (geb. 1550, overl. 1602), in verband met vele aanzienlijke geslachten in ons vaderland, die vóór en na dezen voortreffelijken staatsman geleefd hebben, Gorinch. 1852. 8o. met afb.
Allerlei. Een woord van opwekking tot onderlinge verdraagzaamheid in het geloof, Vianen, 1853. 8o.
Het geslacht Stalpert van der Wiele. 1279-1853. Vianen, 1854. 8o.
Van Harn vertaalde ook de volgende werken:
De dochter des landmans. Een waar verhaal. Uit het Engelsch van L. Richmond, Utr. 1844. 12o.
Rosa's Lijden, of beproeving en uitkomst. Naar het Fransch, 's Hage 1848. kl. 8o.
Vrede met God, of de laatste dagen van J.W. Howell. Vrij gevolgd naar de Fransche vertaling uit het Engelsch. 's Hage 1848. kl. 8o.
Gedachten van A. von Haller. Vrij vertaald, Amst. 1850. 8o.
Caledonia of bloemen geplukt op Schotschen bodem, vrij