[Johannes Hancock]
HANCOCK (Johannes) leefde in het begin der achttiende eeuw te Amsterdam, en beoefende nu en dan de dichtkunst, blijkens onder anderen een grafschrift op Petrus Boudaen, predikant te Amsterdam, en een lofdicht vóór van Leeuwaarden's Des godsdienstigen Christens Zielsverlustiging, Amst. 1719.
Zie Witsen Geysbeek, Woordenb. van Nederl. Dicht. D. IV. bl. 177; van der Aa, Nieuw Woordenb. van Ned. Dicht.