te gelijkertijd tweeërlei muntgeregtigheid werd uitgeoefend IV. 294.
Eene oude Nijmeegsche weelde wet, V. 276.
De sluiting van het traktaat, waarbij de stad Nijmegen, in 1585, terugkeerde onder de gehoorzaamheid des Konings van Spanje, VI. 189.
Aanmaningsbrieven om tot Spanje terug te keeren, gerigt aan de stad Nijmegen, in het laatst van 1584 en in het begin van 1585, VI. 224.
Bijdragen tot de kennis van het fraterhuis te Nijmegen, VII. 34.
Afbeelding eener munt, voor Groningen geslagen, door den Utrechtschen Bisschop Bernulphus. Eene bijdrage tot regt verstand van den veel besproken giftbrief van Hendrik III aan de St. Martenskerk, van 21 Mei 1040, VII, 78.
Advies, in 1563 uitgebragt door de regtsgeleerde faculteit te Leuven, nopens het muntregt der stad Nijmegen, VII. 114.
Rood Wit en Blaauw, de landsheerlijke kleuren onder de Graven van Beijeren; en graauw, namelijk bleekblaauw, de kleur van de hofkleeding dier Graven, X. 344.
Rood, wit en blaauw ook de landsheerlijke kleuren van Holland onder het Huis van Bourgondiën en onder dat van Oostenrijk; en welke kleuren tijdens den opstand tegen Spanje en die en daarna de kleuren waren van Holland en van geheel Noord- in Nederland. Nieuwe Bijdragen I.
De eerbewijzing in 1546 te Nijmegen aan Keizer Karel V betoond en diens eerbiediging van een der Privilegiën dier stad in Geldersche Volksalmanak 1858.
Het Bestuur der stad Nijmegen, in Julij 1585, in Geldersche Volksalmanak, 1856.
Lubbert Torck en de stad Nijmegen in Julij 1585 in Geldersche Volksalmanak. 1856.
Zie Hand. der Jaarl. Algem. Vergad. v.d. Maatsch. der Nederl. Letterk. te Leiden 1861; Revue de la numismatique Belge T. II. p. 288; Necrologie de P.C.G. Guyot par Dirks T. V. 3e série; Cat der Bibl. v. Nederl. Letterk. D. II. bl. 589, 609 Nederlandsche Spectator 1861. p. 59; Algemeene Konst- en Letterb. 1861. bl. 58.