van zijn klooster te zijn geweest, in 1120 in plaats van Geoffroy, abt van St. Thierry Toen Guillaume nog monnik van St. Nicaise was, had hij een reis naar Clairvaux, op het gerucht dat St. Bernard ziek was geworden, ondernomen, met Geoffroy kennis gemaakt en vriendschap gesloten, en gevoelde zich zoo aan hem gehecht, dat hij hem naar St. Médard de Soissons, waar hij tot abt was benoemd, wilde volgen, en toen hij daartoe geen verlof kon erlangen, deed hij afstand van zijne waardigheid en werd monnik in het Cestercienser klooster van Signi, waar hij in 1150 stierf. Hij was een man van groote geleerdheid en stond hoog bij St. Bernard, die hem een zijner werken opdroeg, aangeschreven.
Hij schreef:
Speculum fidei.
Aenigma fidei.
Orationes sive Meditationes. Lovanii 1546 16o. Antv. 1550 en 1690 16o., ook in de Bibl. Patr. Lugd. 1677 T. XXII p. 1142-1159.
Tractatus de naturâ et dignitate Amoris, met de vorige in de uitgaven van Leuven en Antwerpen en in de Opera S. Bernardi. Paris. 1690 T. V. Col. 243-262.
Tractatus de contemplando Deo, in de aangehaalde Opera S. Bernardi T. V. Col. 233-243 en in de Bibliotheca Patrum T. XXII, pag. 1159-1163.
De natura corporis et animae Libri II ad Theophilum.
Disputatio Catholicorum Patrum contra Dogmata Petri Abaellardi Libri, III inter S. Bernardi, Epp. 391.
De erroribus Guilielmi de Conchis.
Expositio in Cantica Canticorum.
Commentarius in priora duo Capita Cantici Canticorum, in de Opera S. Bernardi T. V. Col. 263-282.
Commentarius in Cantica Canticorum ex verbis S. Gregorii Papae in Veterum aliquot Galliae et Belgii Scriptorum Opuscula Sacra van C. Oudin, Lugd. Bat. 1692 12o.
Commentarius in Epistolam ad Romanos.
Tractatus de Sacramento altaris.
Epistola ad quendam Monachum (Rupert abt van Tuy) S. Bernardi Abbatis Clarae Valensis vita et res gestae bij Surius en de Bollandisten op den 20 Augustus.
In handschrift:
Sententiae de fide, potissimum ex S. Augustino et aliis S.S. Patribus.
Sommigen schrijven hem Epistola seu liber ad fratres de Monte Dei, in Opera S. Bernardi T. V. Col. 199-232, toe.
Zie D. Remy Ceillier, Hist. Génér. des Auteurs Sacrés et Eccles, T. XXII p. 267-274; Du Boulay, Hist. Univ. Paris, Saec. IV p 74, 162, 199. 743; De Visch, Biblioth. Scriptor. Cisterc. p. 137-138 Guilielmi, Praef. Vitae S. Bernardi, Paquot, Mém. T. I p,