Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 7
(1862)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 549]
| |
proost van Leuven en sedert 1296 bisschop van Utrecht. Hij was een zeer godvruchtig herder, ook zeer geleerd, bijzonder in de kerkelijke en burgerlijke regten. Hij werd door sommige edelen in zijn bisdom, omdat hij, een schrander regtsgeleerde, alles naar den letter der regten onderzocht, en de leenen die, volgens zijn oordeel, aan de kerk van Utrecht vervallen waren, weder opeischte, gevangen gezet, en begaf zich, na zijne verlossing, naar Rome om zijn bisschopsstaf aan den Paus terug te geven. Deze weigerde hem echter en verwees hem naar den bisschop van Munster, die hem de behulpzame hand zou bieden om de weerspannigen te onderwerpen. Wedergekeerd zijnde, poogde hij, met medehulp van den gemelden bisschop, hem door de wapenen te dwingen, doch werd den 4 Julij 1301 in een veldslag gedood.
Zie Chronicon Johannis de Bka, p. 167; Matthaei, Anal. t.v. p. 563; Barlandus, Cat. Episc. Ullraj.; J. Gerbrandtz. van Leyden, Chronicon Com. Hollandiae et. Episcop. Ultraj. L. i. c. i. Bat. Sacra T. I. p. 244; van Gils, Katholyk Myerysch Memorieboek bl. 71, 72; van der Chijs, de Munten van Overijssel bl. 53, 54; de Munten der Bisschoppen enz. van Utrecht bl. 90. |
|