[Guilielmus of Wilhelmus]
GUILIELMUS of WILHELMUS uit Gelderland, zoon van Wikingus en broeder van Wichardus, voogd van Gelderland. ‘een dapper, kloek en schrander man’ werd in 1054 tot den bisschoppelijken zetel van Utrecht verheven. Hij was zeer bevriend met keizer Hendrik IV, van wien hij de bevestiging der voorregten van de Utrechtsche kerk verwierf en diens partij tegen Gregorius VII omhelsde. Hij maakte zich meester van het Graafschap Westerlinge, en andere goederen van den minderjarigen Dirk V, 't geen een oorlog tusschen hem en Robrecht de Vries ten gevolge had; trok in 1064 naar het H. Land len stierf waarschijnlijk den 27 April 1075 in het 21ste jaar zijner regering.
Zie Chronicon Johannis de Beka p, 29; Chronyk van Holland van de klerk uit de laage landen bij der zee bl. 52; Het oude Goudsche kronycxken bl. 34, 35; en P. Scriverii, Toetsteen bl. 236; Chronicon Egmund. ed Matthaeo, p. 188; Lamb Schafaaburgensis, ad annum 1064, 1065: Batavia Sacra. T. I. p. 174; Wagenaar, Vad. Hist. D. II. bl. 178; van Gils, Katholyk Myerysch Memorieboek bl. 66; P. O. van der Chijs, de Munten der Bisschoppen, van de heerlijkheid en de stad Utrecht; zie ook tekst bl. 31 en de Munten van Overijssel bl. 24.