Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 7

[Johannes Groenewegen]

GROENEWEGEN (Johannes), geboren te Kralingen, werd in 1738 predikant te Aarlanderveen en in 1739 te Werkendam, waar hij den 29^den Augustus 1764 overleed in den ouderdom van 55 jaren. Hij gaf uit:

Kort opstel der Goddelijke waarheden, zoo als in de Hervormde kerk geleert, gelooft en beleden worden, in Vr. en Antw. Gorinch. 1755. 8^o.

Verzameling van veertien uitgezogte en stichtelyke predikaatsien, over verscheidene keurige stoffen des O. en N. Testaments Utr. 1766.

De Lofzangen Israëls, waaronder de Heere woont, 2^de druk Gorinch. 1756. 8^o. 6^de druk, Gorinch. z.j. (1824 of 1825) 8^o; Nieuwe uitgav. 1841. kl. 8^o. 2 stukjes.

Zijn broeder Jacob, die volgt, voorzag dit werkje met eene voorrede en voegde er 6 liederen, door hem gemaakt bij, later vermeerde hij het met een tweede deel.

Zie Boekz. der gel. wereld, 1764b. bl. 242, 1769. b. bl. 125-129; van Abkoude, Naamreg. van Ned. Boek. D. I. St. VI; Brans, Kerk. Reg. bl. 121, 153; Cat. van de Bibl. der Maatsch. van Ned. Letterk. te Leiden, 1^set Bijv. bl. 25; Brinkman, Naaml. van Boek.